Parochie Sint Georgius Spierdijk
logo
Home
contact adressen
Nieuws
van de Pastor
Overwegingen
Agenda vieringen
Koren
Fotoalbum
Begraafplaats
Geschiedenis
Ypma Orgel
Gastenboek
Interessante links

 

Overweging 8 mei 2022 Roepingenzondag  en moederdag Joh. 10,27-30 hand. 13,14.43-52

 

Vandaag is het Roepingenzondag.

Ook Titus Brandsma voelde zich geroepen,

om te leven in het aangezicht van God.

Hij is geboren in 1881.

Drie van zijn oudere zussen waren al toegetreden tot een kloosterorde.

Titus sloot zich als elf jarige aan bij de franciscanen,

om later Karmeliet te worden waar hij zich meer mee thuis voelde.

Hij was klein van stuk en had een broze gezondheid.

Ondanks dat had hij een heldere sterke geest, hij was veelzijdig en een diep gelovig mysticus.

Titus Brandsma was hoogleraar Filosofie en Geschiedenis aan de katholieke universiteit in Nijmegen.

Hij had al snel door dat het opkomende fascisme in Duitsland niet goed was.

In januari 1942 gaat hij verschillende katholieke dagbladen langs om er op aan te dringen geen nazi en NSB propaganda in de bladen te plaatsen.

Zijn gevoel voor menselijke waardigheid stond voor hem boven zijn angst.

Hij wordt al snel opgepakt en gevangen gezet en uiteindelijk beland hij in Dachau.

Titus is afgemat en zwak, maar geestelijk blijft hij ongebroken.

Hij blijft ook voor de onmenselijke kampbeulen vriendelijk en heeft voor ieder een troostend en bemoedigd woord.

Op 26 juli 1942 krijgt de sterk verzwakte pater een dodelijke injectie toegediend.

In 2007 werd in Amerika een pater karmeliet ernstig ziek van een kwaadaardig melanoom met uitzaaiingen in het lymfestelsel.

Het hele Amerikaanse bisdom waar deze pater werkte, bid voor hem, 

waarbij de voorspraak wordt gevraagd van Titus Brandsma.

Op onverklaarbare wijze geneest deze pater en is door de artsen genezen verklaard.

Door dit feit en heel zijn dienstbare leven, wordt Titus Brandsma op 15 mei a.s. door paus Franciscus heilig verklaart.

 

Zoals Titus Brandsma zich geroepen voelde in dienst van God, 

zo zijn we allen geroepen.

Ieder met zijn eigen kwaliteiten en mogelijkheden.

Wij allen worden geroepen.

Geroepen om elkaar tot zegen te zijn.

Wij worden uitgedaagd om God toe te laten in ons leven.

We mogen ons leven richten op onze oorsprong, onze Schepper.

In het boekwerkje wat is uitgegeven van aanleiding van de heilig verklaring van Titus Brandsma valt te lezen;

“God kan niet als abstract beeld naar voren komen,

maar als een werkelijkheid die in ons leeft,

onze diepere grond waarvan we onszelf niet altijd bewust zijn.

God is in ons het vermogen om boven ons zelf uit te groeien,

zoals een bloem opbloeit in de zon”

 

Zo mogen wij in het leven staan, elkaar tot zegen te zijn.

Een luisterend oor, een mooi verhaal, vertellen over prachtige herinneringen. 

Een klusje voor de één, een bemoedigend woord voor een ander.

Met een positieve houding in het leven staan.

We mogen boven onszelf uitgroeien.

Om zo steeds meer en meer, de Goddelijke vonk in ons zelf te ontdekken, 

om zo meer te leven in Gods aangezicht.

dichter te groeien naar onze oorsprong, onze Schepper.

Dan wordt wat onmogelijk leek zomaar mogelijk.

Moge de houding van Titus Brandsma ons inspireren om onze roeping te volgen.

Dan kan liefde en vrede onze harten vervullen.

Verbonden met elkaar in gelukzaligheid.

 

Jos van Straalen

 

Overweging 20 en 21 augustus 2021

 

Wat nou als je te maken heb met mensen die nooit tevreden zijn.

Die steeds meer willen.

Die net de wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging hebben meegemaakt.

Hongerend naar meer, één wonderteken is nog lang niet genoeg.

Altijd op zoek naar kort genot, van de ene sensatie in de andere.

(waar kennen we dat van)

 

De wondertekenen van Jezus waren meer een middel en niet een doel op zich.

Jezus was diep begaan met de mensen, met hun zorgen en hun problemen.

De wonderen gebeurden ook altijd uit liefde, betrokkenheid en medeleven.

Het grotere doel er achter was om de mensen meer bewust te maken.

Dat er méér in het leven in het leven is als kort genot.

Om mensen dichter bij God te brengen, bewuster van hun Schepper.

 

Als Jezus zijn toehoorders hiervan bewust probeert te maken geven ze niet thuis.

Het grootste gross van de mensen lijkt er nog niet klaar voor te zijn,

is te veel bezig met wereldse zaken.

Ze zijn opgevoed met de leer van de schriftgeleerden.

Ze hebben meer leren leven naar de wet als naar de leer.

Als je in het leven daar maar aan houd en niet buiten de pas loopt gaat alles goed.

Wetten en regels proberen mensen netjes te houden maar daarmee wordt zelf nadenken uitgeschakeld.

Uiteindelijk is het de kleine groep met onder andere Petrus die Jezus trouw blijft.

“Waar zouden wij anders gaan? 

Uw woorden zijn woorden van van eeuwig leven 

en wij geloven en weten dat Gij de Heilige Gods zijt”.

 

Zo ongeveer alle grote leiders die de wereld ooit heeft gekend,

hebben allen één kenmerk, ze willen dat er naar hun wordt geluisterd.

Heersers willen nu eenmaal heersen.

Hun mening is bepalend, zij weten wat goed is en hoe het moet.

Daarvoor worden hoe beroerd ook, alle middelen die er voor handen zijn benut.

Onderdrukking, vervolging, censuur, manipulatie zelfs moord.

 

Daar is Jezus beslist een grote uitzondering op.

Als je alleen om de wondertekenen in Jezus gelooft, 

heb je Hem nog niet goed begrepen.

Onderzoek en behoud het goede.

Ieder is vrij in de keuze Hem te volgen,

als het ook een bewuste keuze is, vanuit het hart.

Net als bij de twaalf leerlingen rondom Jezus

 

De grote vraag van vandaag is,

Waar staan wij?

Druipen wij af, houden we het voor gezien,

of zijn wij getrouw, weten we niet meer waar we anders moeten gaan?

 

Innerlijke liefde en vrede krijgen we niet als cadeautje, 

daar is meer voor nodig.

Telkens weer is het een persoonlijke ontdekkingstocht.

Steeds worden we uitgedaagd om te ontdekken waar we zelf staan, 

welke kant we zelf op willen.

Religie kan ons richting geven.

Ons samenzijn als gelovige gemeenschap kan ons op weg helpen.

Toch zal ieder voor zich zelf mogen, - misschien wel moeten, - 

bepalen wat  er voor jezelf de richting is waarheen je gaat.

Vaak lijkt het makkelijk om simpelweg bij de massa aan te sluiten,

maar hebben we dan zelf nagedacht?

 

God geeft ons de kleurplaat, wij mogen hem inkleuren.

 

 "Ik ben er, Ik al er zijn, met je gaan, als dagelijks brood dat ons voed".

Dat ons kracht geeft, dat ons staande houd.

 

Is de keus van Petrus een bewuste keuze of een grote gok?

Het is in ieder geval niet met de meute mee.

Petrus en de zijnen durven zich uit te spreken.

Een keuze waar ze in ieder geval over hebben nagedacht.

Het draaide in het leven van Jezus eigenlijk niet om de wondertekenen.

Deze wondertekenen waren meer uit liefde voor de medemens.

 

Sinds een paar weken hangt er weer een nieuw spandoek bij de ingang van de kerk.

Geniet wees vrij en leef dóór Mij.

We mogen van het leven genieten zoals het ons gegeven is.

We zijn vrij om voor ons zelf te bepalen wat goed is.

We mogen onze eigen keuzes maken,

zolang wij elkaar en heel de schepping respecteren en liefhebben,

zolang wij ons maar verbonden voelen met God en elkaar

en leven in de leer van Jezus. 

De vreugde om in vrijheid te beseffen dat God met ons en in ons is.

 

Het blijft keer op keer een uitdaging om dat vol te houden.

 

Jos van Straalen

 

Overweging 24 november 2019  2 Samuël 5,1-3.      Lucas 23,35-43

 

Bij een koning denken we al gauw aan paleizen, aan pracht en praal.

Voorzien van alles, status en bezit.

Een koning is een heerser, boven alles en iedereen verheven.

 

David, jongste zoon van Gods dienaar Isaï uit Bethlehem, was koning.

Tot koning gezalfd door de profeet Samuel, 

naderhand uitgeroepen tot koning voor heel het volk.

Toen was een koning niet alleen de leider van het volk, 

hij was ook de legeraanvoerder en opperrechter. 

De koning van het volk Israël. 

David als koning uitverkoren door God, gezalfd door de profeet.

Gods geest was met hem.

David, koning naast God.

Dienstbaar aan het volk en goed voor het volk.

Maar ook een listige strijder als het volk werd bedreigd.

Koning, beschermer van het kwetsbare,

hoeder van vrede en gerechtigheid.

Een leider die de tranen de vrij loop liet bij gemiste kansen.

Koning, dienstbaar aan het volk, werkend en dienend in Gods naam.

 

Vandaag is het feest van Christus Koning.

Ingesteld door paus Pius XI in 1925.

Christus, koning van de vrede, heerser van het heelal.

In de Evangeliën wordt Jezus meerdere keren Koning genoemd.

Alle hoop was op Hem gevestigd, 

Jezus zou het koningschap in de lijn van David weer herstellen.

Hoe anders is het gelopen.

Hij was eigenlijk helemaal geen koning, tenminste,

 niet zo’n koning zoals je in eerste instantie zou verwachten.

“Dit is de koning der Joden” staat er bovenop het kruis.

Deze spottende titel heeft niets te maken met Christus Koning van het heelal.

 

Jezus als mens, begaan met het lot van de mensen.

Beschermer van het kwetsbare, 

hoeder van vrede en gerechtigheid,

dienstbaar aan het volk, werkend en dienend in Gods naam.

Zijn liefde voor de mensen gaat zover, 

dat Hij al onze menselijke zwakheden op zich wil nemen, 

zich heeft willen opofferen als een universele zondebok.

Levend en stervend voor al wat Hem dierbaar is.

Maar bovenal, machtiger dan de dood,

in liefde verbonden met allen en alles, met heel Gods schepping.

 

Verbonden met zijn Vader, geheel handelend in zijn Geest,

is Jezus onder ons aanwezig.

Hij is ons nabij, in goede maar ook juist in de mindere momenten.

Hij wil voor ons een steun zijn, samen optrekken.

Zijn voorbeeld geeft ons hoop en vertrouwen op een betere toekomt.

Hij inspireert ons, wij zijn zijn instrumenten.

Als Koning is hij onze leidsman,

geeft Hij ons richting en een doel,

maar is o zo menselijk ons nabij.

 

Jos van Straalen

 

 

deel uit de overweging van 6 augustus 2017  Math 17,1-9

 

Hier, als middelpunt van onze gemeenschap,

zijn vele mensen hard bezig,

om deze ruimte voor de toekomst zeker te stellen.

Om er zeker van te zijn, dat in lengte van jaren,

er een plek zal zijn waar mensen kunnen samenkomen.

Dat mensen een plek mogen ervaren,

om even los te komen van de jachtige buitenwereld.

Waar we rust mogen ervaren

en de aanwezigheid van God onder ons tenminste mogen vermoeden.

Hier is onze plek van samenkomen.

Dit is onze tent die wij willen bouwen om het moment vast te houden.

Onze kerk is voor ons de plek waar we met elkaar mogen samenkomen,

met elkaar mogen vieren, met elkaar mogen gedenken.

Hier op deze plek willen wij stil staan,

hier moge het woord Gods onze harten raken.

Hier is, onze tent, onze ark des verbond.

Jos van Straalen

 


 

Overweging 25 mei 2017 Hemelvaartsdag Handelingen 1,1-11 Matheus 28,16-20

 

Vorige week dinsdag was er een rondleiding voor de vormelingen hier in de kerk.

Er valt hier heel wat te zien en te vertellen.

Van de geschiedenis van ons kerkgebouw en de betekenis van verschillende onderdelen.

Zoals de preekstoel, het orgel, de zijaltaren, het hoofdaltaar, de communiebank,

die hiervoor stond, de Godslamp, het doopvont en de gebrandschilderde ramen.

 

Als je deze ramen goed bekijkt, vertellen ze een heel verhaal.

Je hebt bijna geen kerkboek nodig, het hele verhaal komt tot leven.

Het eerste raam linksboven is de smeekbede van Jezus in de olijfhof.

Petrus, Jacobus en Johannes zijn met Hem meegegaan maar liggen te slapen.

Jezus bidt tot God,"laat deze beker aan mij voorbijgaan".

De engel bied Jezus de beker aan, die Hij eigenlijk niet wil drinken.

Het tweede raam laat ons de kruisdood zien.

Een leidende Jezus, met de vrouwen en Johannes aan de voet van het kruis.

Het derde raam geeft de glorieuze opstanding uit het graf weer.

De soldaten die het graf bewaakten zijn onthutst neer gevallen.

Deze drie ramen laten ons de toewijding en overgave zien van Jezus.

Voor ons mensen heeft Hij geleefd, is Hij gestorven

en heeft Hij ons laten zien dat de dood geen macht over hem heeft.

 

Onderaan de ramen staat een tekst, in het latijn.

Deze tekst is een citaat uit de brief van Paulus aan de Filippenzen.

  "Hij werd gehoorzaam tot de dood, de dood aan het kruis.

  Daarom ook heeft God Hem hoog verheven

  en Hem de naam verleend die boven alle namen staat".

Tekst van dezelfde strekking horen wij vandaag in het evangelie.

  "Mij is de macht gegeven in de hemel en op aarde".

 

Vandaag vieren wij Hemelvaartsdag.

Jezus wordt voor de ogen van de leerlingen omhoog geheven

en door een wolk raakt Hij buiten hun gezichtsveld.

Vanaf deze dag staan de leerlingen er alleen voor.

Ze kunnen er niet meer op vertrouwen dat Jezus het wel zal opknappen.

Hij is niet meer lijfelijk bij hun aanwezig.

-- Heb even geduld, de heilige Geest zal jullie helpen en sterken.--

Juist omdat Jezus er niet meer is,

worden de leerlingen gestimuleerd om zijn werk voort te zetten.

De Geest sterkt ze om zijn boodschap voor de wereld te verkondigen.

  "Gaat dus, en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen".

Blijf niet naar de hemel kijken, blijf niet kijken naar wat er is geweest!

Het leven gaat door!

Hoe moeilijk het vaak ook voor ons is.

Dierbare herinneringen zijn niet om te vergeten,

maar vaak het uitgangspunt om te bouwen aan een nieuwe toekomst.

  

Trek erop uit, om te getuigen van al die mooie herinneringen.

Vertel de mensen van alles wat we samen hebben meegemaakt!

Wees een voorbeeld voor je medemens,

Stimuleer en motiveer om goed te zijn voor iedereen en heel Gods schepping!

Draag de goede boodschap uit zoals Ik die heb verkondigd.

  Daarvoor zal je de Geest ontvangen, die je richting geeft, die je zal sterken!

  Dat is wat Jezus zijn leerlingen meegeeft voordat Hij niet meer zichtbaar aanwezig is.

 

Jezus mag dan door God hoog verheven zijn en een naam hebben boven alle namen,

Hij is ons nog steeds dierbaar nabij.

Wij mogen zijn aanwezigheid nog steeds ervaren.

Ondanks tegenslagen, ondanks de pijn die mensen elkaar aandoen,

Hij zal ons altijd nabij zijn.

Veraf, Hemelhoog verheven en ook zo nabij zoals we kunnen zien in de ramen.

En nog intens nabij, als wij Hem mogen ervaren in ons hart.

 

Ook ons vraagt hij om te getuigen van zijn voorbeeld en daden.

ook wij worden uitgenodigd vorm te geven aan zijn liefde en vrede voor onze wereld.

 

 "Hij werd gehoorzaam tot de dood, de dood aan het kruis.

  Daarom ook heeft God Hem hoog verheven

  en Hem de naam verleend die boven alle namen staat".

 

Toch zal Hij ons steeds intens nabij zijn, voor nu, voor later, voor altijd en overal.

 


 

 

Overweging 5e zondag jaar A Matheus 4, 13-16

Smaken verschillen, dat weet iedereen. De een vindt iets lekker en een ander vindt het smakeloos of zelfs vies. Bij eten gaat het niet alleen over het gerecht als zodanig maar ook over de manier van klaar maken. Kruiden zijn daarbij heel belangrijk en zout staat dan zeker bovenaan. Teveel zout is niet goed voor je hart, maar te weinig maakt het eten smakeloos. Als iets lekker is dan smaakt het naar meer, zoals men zegt. Maar als het smakeloos is dan is de trek gauw over.
In het evangelie horen we hoe Jezus tegen zijn leerlingen zegt: jullie zijn het zout der aarde. M.a.w. wees smaakmakers. Leef  zo dat anderen zeggen: dat smaakt naar meer. Wij willen ons leven ook op jullie manier smaak geven. Maar, zo zegt Jezus tot zijn volgelingen, als jullie beleving maar een flauwe boel is, dan trekt het niemand aan, dan is het waardeloos. Dan heb ik niets aan jullie.
Ook hier geldt: smaken verschillen, ook als het gaat om Jezus 'boodschap. De kerk van nu worstelt met de vraag wat nu smaakbepalend is.

Het kookboek van de Kerk is heel gedetailleerd en schrijft precies voor wat je als gelovige mens wel of niet behoorde te doen. Maar velen vinden het menu van de kerk veel te zout, veel te streng en daarom ongezond voor het hart, dat liefde wil geven. En links en rechts hoor je gelovige mensen zeggen: dat lust ik niet meer.
Kerkleiders vergeten soms dat mensen meer smaakbewust zijn geworden, juist ook als het gaat om kerkelijke en godsdienstige zaken. Vroeger hadden de gelovige te slikken wat hun werd voorgeschoteld en er werd hun niet gevraagd of ze het lekker vonden. Maar tijden zijn veranderd en ook gelovige mensen slikken niet alles meer. En als men toch probeert de klok terug te zetten, dan zeggen steeds meer mensen: dat lust ik niet meer.
Jullie zijn het zout der aarde, zei Jezus tegen zijn volgelingen. Jullie moeten smaakmakers zijn, jullie moeten anderen inspireren. En het verdrietige van de Kerk als instituut van vandaag is juist dat velen er geen smaak, geen inspiratie meer in vinden en daarom als waardeloos weggooien. Maar laten we niet vergeten: de Kerk van Jezus dat zijn wij, en wij mogen smaak geven aan het leven, de smaak van het christendom, de smaak van Jezus' boodschap van liefde voor alle mensen. En dat doen we niet door alsmaar ruzie te maken over het kerkelijke kookboek, maar wel heel concreet in ons persoonlijk leven in de manier waarop wij omgaan met elkaar.
Zoals de eerste lezing zei: Deel uw brood met de hongerige, neem de dakloze zwervers op in uw huis, kleed de naakten die je ziet en keer je niet af van je medemensen.
Gelukkig zijn er ondanks alle strubbelingen heel veel mensen die op hun manier smaakmakers zijn in hun leven. Kijk maar eens naar al die vrijwilligers die er zijn op allerlei gebied, en denk dan maar even aan de gezondheids- en ouderenzorg hoe die zonder al die vrijwilligers een smakeloze boel zou zijn. Daar wordt Jezus' oproep om zout der aarde te zijn heel concreet waar gemaakt. Daar zie je iets gebeuren dat naar meer smaakt.
Jullie zijn het licht van de wereld, zei Jezus ook nog. Licht niet om dat voor jezelf alleen te bewaren, maar om het te delen met anderen, het te laten schijnen voor anderen. Licht dat daarom niet binnenkamers mag blijven, maar dat bij wijze van spreken de straat op moet. Licht dat niet alleen in de kerkgebouwen schijnt maar juist ook overal waar mensen elkaar ontmoeten, en met elkaar optrekken.

Wij, mensen aan de basis, wij zijn de kerk, de opdracht is een lichtgevende kerk zijn voor elkaar, dan geeft ons geloof in Jezus' boodschap echt smaak aan het leven. 

Marjo Blankendaal

 

Overweging 3e zondag jaar A  22 januari 2017       Matheus 4, 12-23

In de afgelopen weken hebben we weer op tv kennis kunnen nemen van de wedstrijd van de slimste mens. Ook hier net als in het gewone leven, je treft het of niet, maar dan met de vragen die je krijgt. Slim blijft in dat opzicht moeilijk meetbaar. Als u heeft gekeken dan is zeker die grote brompot opgevallen, Maarten van Rossum. In een van die afleveringen kregen ze het over het oude testament. Maarten vond het een vreselijk boek en snapte niet dat mensen hun geloof konden baseren op dit boek, waar verhalen in voorkomen die je nog niet aan je kinderen wilt vertellen.

 

In wezen is ons geloof ook niet gestoeld op dit boek, maar op de man die later is opgestaan en heeft verklaard wat werkelijk van belang is in het leven. En het evangelie van vandaag vertelt ons hoe Hij, Jezus, zijn actieve leven begint en dat gebeurt a.h.w. onder aan de ladder, bij de gewone mensen. Niet in Jeruzalem, niet bij de schriftgeleerden en wetgeleerden, niet bij de priesters die in de tempel de dienst uitmaakten. Nee, hij begint in Galilea, het noorden van Israël, waar in de ogen van de hoge heren in Jeruzalem halve heidenen wonen. Jezus maakt het nog erger door Kafarnaüm uit te kiezen als zijn uitvalsbasis en Kafarnaüm had in die tijd een slechte naam in Galilea.
Dat wordt het voornaamste werkterrein van Jezus, zoals beschreven door de evangelist Matteüs. Hier kiest Jezus ook zijn eerste helpers, geen geleerde heren, geen notabelen, maar een stel vissers, heel eenvoudige lui die waarschijnlijk niet kunnen lezen en schrijven. Met deze mensen gaat Jezus in zee en dat is heel tekenend voor het rijk der hemelen dat hij kwam brengen.
Ik denk dat de kerk van nu te vaak haar wortels vergeet: Galilea, vissers, gewone mensen zonder enige theologische kennis, maar wel mensen die zich door Jezus aangesproken voelen. En je voelt je alleen echt aangesproken door iemand als die jouw taal spreekt en ook echt naar je luistert. Het evangelie vertelt met enkele woorden over de roeping van Petrus en zijn metgezellen. Ga er maar gerust van uit dat er heel wat meer woorden gezegd zijn, woorden die deze vissers wisten uit te dagen om hun leven te veranderen en vissers van mensen te worden.
Zoals Jezus in de evangelieverhalen naar voren komt is hij niet iemand die allerlei theologische en hoogdravende preken houdt. Hij was geen geleerde, maar hij geeft wel in woord en daad aan waar het om gaat in het rijk der hemelen waar hij over spreekt: zorg en aandacht voor elkaar, dienstbaarheid naar elkaar toe, met name ook jegens al degenen die het moeilijk hebben. Jezus was geen Schriftgeleerde, geen boekenmens maar iemand die midden in de dagelijkse praktijk van het leven stond.
De echte Kerk van Jezus moet je niet zoeken in Rome of in Haarlem, die moet je zoeken in de lokale gemeenschappen, bij al die gewone eenvoudige gelovige mensen aan de basis waar ze proberen vissers van mensen te zijn, niet in de zin van mensen vangen in het kerkelijke netwerk, maar wel mensen opvangen als die het moeilijk hebben, wel mensen helpen het hoofd boven water te houden als die dreigen te verdrinken in verdriet of eenzaamheid.
Daar, in die plaatselijke gemeenschappen, vind je heel veel van die zalige mensen die het rijk der hemelen beetje bij beetje werkelijkheid proberen te maken.

Koos Molenaar

 

Overweging 15 januari 2017 Jes, 49,3,5-6 Joh.1,29-34

Tegenwoordig hoor je wel eens over feak nieuws.

Nieuws dat de wereld wordt ingeschopt, wat helemaal niet klopt.

Opgeblazen en aangedikt.

Bewust foute informatie de wereld in sturen,soms helemaal verzonnen van a tot z.

om politieke tegenstanders in een kwaad daglicht te stellen.

Om onder valse voorwenselen een oorlog te beginnen.

Wat is er dan tegenwoordig nog waar, wie of wat kan je nog geloven?

Vooral het wereldnieuws komt gefilterd bij ons binnen.

Nieuws wordt gemeten naar nieuwswaarde.

De nieuwsredactie bepaald welk nieuws we krijgen te horen en wat niet.

Wat is werkelijk nieuws?

Hebben we het van horen zeggen of uit de eerste hand?


Er was eens, een man, door God gezonden.

Nee,niet alleen dat, Gods Zoon was gekomen.

“Het Lam Gods dat de zonde van de wereld weg neemt.”

Zo,wordt Hij herkend door Johannes de Doper.

“De geest is op Hem neergedaald als een duif.”

“Hij is het die doopt met de heilige Geest.”

Herkent u Hem?

 

Als Hij zo wordt herkend door Johannes de Doper,

welk ander nieuws heeft dan nog waarde?


Herkent u Hem?

Als de verlosser, de vrede brenger?


Het nieuws, al meer dan twee duizend jaar oud.

Gods Zoon is op aarde gekomen tot heil van alle mensen.

Herkent u Hem?

De genadevolle, inspiratie voor zo velen.

Het nieuws, langzaam verbleekt het.

Vinden wij het hooguit terug in geschiedenisboeken.

Of in Het Boek, zo als wij het ook kennen als de heilige schrift, de Bijbel.


Herkent u Hem?

Tussen al het geweld en tumult in onze wereld.

Waar mogen wij Hem ontmoeten, waar mogen wij Hem ervaren.

Vorig jaar nog, was het nieuws,

de criminaliteit in Nederland neemt af.

Er worden minder mensen opgepakt en veroordeeld.

Gevangenissen komen leeg.

Afgelopen vrijdag in het nieuws;

er is veel verborgen criminaliteit in Nederland.

Vaak wordt er geen aangifte gedaan.

Gewoon omdat er te weinig mee wordt gedaan.
Wat is nou echt nieuws?

In onze onzekere wereld kunnen wij zo goed een positief geluid gebruiken.

Johannes de Doper herkende Hem als het Lam.

Weerloos, kwetsbaar.

Net zo weerloos en kwetsbaar als de goede vrede.

Zo heeft Jezus onder de mensen geleefd.

Zijn enigste wapens waren zijn goede woorden en zijn wonderbaarlijke daden.

Voor hen, die in Hem geloofden, voor hen, die op Hem vertrouwden.

Zijn Geest is nog steeds aanwezig.

In mensen die weerloos weerstand bieden tegen onrecht.

Die opkomen voor hen die worden verdrukt.

Mensen die elkaar weer opbeuren en tot steun zijn.

Zij die het geknakte riet niet willen breken,

en opkomen voor natuur en milieu, heel Gods schepping.

Het positieve geluid, het sprankje licht, de steeds hernieuwde hoop.

Dat is nieuws, goed nieuws, nieuws dat niet vergaat,

het idee dat God de mensen niet alleen laat.

Dat Jezus van blijvende waarde is,

voor onze ouders, voor ons zelf, en onze kinderen.

Het geloof in Jezus, brengt mensen samen.

Motiveert en stimuleert.

Dit nieuws houd ons op de been, houd ons gaande.

Wij mogen op zijn aanwezigheid vertrouwen.

Hij zal ons altijd nabij zijn,

ook als wij Hem niet direct herkennen.

Als het ons gegeven is, mogen Hem in stilte ervaren.

Jos van Straalen


Beste parochianen   (14 juni 2015)

Heeft u ook de indruk dat we leven in een tijd van altijd maar meer en groter, en nog meer en nog groter? 

Meer macht, meer succes, meer winst, groter inkomen, grotere auto, meer vakantie, meer dit en groter dat. Voetbalspelers die honderdduizend per maand  en zangers die een half miljoen euro kunnen opstrijken, managers die daar dik boven zitten, bankiers die zichzelf op meer dan een miljard trakteren. Alles meer, alles groter, het kan niet meer stuk.

Hoe anders klinken de lezingen van vandaag. ‘Ik zal een twijgje plukken en het op een berg planten’, zegt God de Heer bij monde van de profeet Ezechiël. En dat kleine twijgje zal een boom worden waarin alle vogels kunnen nestelen. Er is dus geen sprake van meer en groter, maar van dienstbaarheid en hulp. 

Die boom is er niet voor zichzelf, maar om aan anderen plaats en schaduw te bieden. In het evangelie vertelt Jezus juist hetzelfde in zijn parabel van het mosterdzaadje. Er is helemaal geen sprake van groot, integendeel, ‘het is het allerkleinste zaadje op aarde’, zegt Jezus, maar het zal zo groeien dat vogels in zijn schaduw kunnen  nestelen. In de andere parabel zegt Jezus zeer uitdrukkelijk dat het graan groeit omdat de aarde uit eigen kracht vruchten voortbrengt. Dus niet omdat de mens het wil, maar uit eigen kracht.

Het zijn heel andere beelden dan wat we vandaag meemaken. Het gaat immers niet om groot en nog groter, en veel en nog meer, maar om nederigheid en dienstbaarheid.  Wij mensen moeten niet denken dat wij alles kunnen, en dat zonder ons niets kan. ‘De aarde kan niets en de anderen kunnen niets’, zo oordelen wij dikwijls vol zelfoverschatting. 

Maar de aarde is tot alles in staat, uit eigen kracht. Kijk maar wat er recentelijk gebeurt is in Nepal. De kracht van regen en van water, van warmte en zon, van licht en lucht. 

En over onze medemensen moeten we niet oordelen dat ze te klein, te jong, te oud, niet knap genoeg zijn voor dit en voor dat, want iedere mens heeft zijn eigen willen en kunnen.

Maar geven wij kansen aan onze medemensen? Zijn wij zoals dat mosterdzaadje, dat rust en hulp en genegenheid kan bieden? Kunnen wij geloven dat het Rijk van God een klein plantje is dat wortel schiet bij kleine mensen? En zijn dat mensen die niet denken aan groter en aan meer. Dat zijn mensen die kunnen luisteren naar God, die kunnen bidden, die aan God kunnen vragen dat Hij hen zou bijstaan in tijden van nood en ellende. En dat zijn ook mensen die blijven geloven dat God hen nooit in de steek zal laten. Zijn wij zulke mensen? Kunnen wij leven in de kleinheid, maar ook in de vastheid van ons vertrouwen in Hem die onze Vader en Moeder is?

Beste mensen, waar staan wij en waar staat onze Kerk in deze prachtige parabels? Eeuwenlang heeft onze Kerk gestreefd naar rijkdom en naar macht, en is ze vergeten het twijgje en het zaadje te zijn in de handen van God. Vandaag zegt onze goede paus Franciscus: ‘Ik droom van een Kerk die moeder is en tegelijk herderin.’ Geen rijke, machtige en trotse dame, maar een goede moeder die er wil zijn voor iedereen, zeker voor de kleinen, de armen, de mensen in nood. Helemaal naar het voorbeeld van Jezus. 

En wij? Waar staan wij in die parabels van Jezus? Proberen ook wij rust te bieden aan medemensen die met moeite door het leven gaan? En zijn wij nederigheid genoeg om onze kleinheid te herkennen en niet altijd voor groter en meer te gaan?

Moge de Heer, moge Jezus ons daarbij helpen. Amen.

 

Top